Deze pagina is optioneel!
1: Golfreductie
2: Extra kwelweglengte
Bij voorland komt het intredepunt van de kwelstroom op grotere afstand van de dijk te liggen. De lengte van de weg die kwel moet afleggen neemt daardoor toe. Dit betekent een grotere sterkte en een kleinere kans op het faalmechanisme piping. Dit effect treedt op bij hooggelegen voorlanden, maar ook bij laaggelegen voorlanden met een slechtdoorlatende toplaag. Die toplaag kan ook alsnog met een kleidek worden aangebracht.
3: Lagere grondwaterstanden
Bij voorland komt het intredepunt voor de freatische lijn (niveau van de grondwaterspiegel in de waterkering onder de toplaag) op grotere afstand van de dijk te liggen. Dat verlaagt de freatische lijn waardoor de korrelspanning in het dijklichaam toeneemt. De macrostabiliteit en de microstabiliteit wordt daarmee vergroot. Dit verkleint de kans op dit faalmechanisme.